Pad tot huidige pagina

Een persoonlijke aanpak is belangrijk bij tuberculosebestrijding

Verpleegkundige Tuberculosebestrijding

“Tuberculose is als ziekte goed te behandelen. Maar dan is het wel belangrijk dat je de behandeling goed volgt en helemaal afmaakt”. Ruth Tsegay is verpleegkundige bij de Tuberculosebestrijding. Zij vertelt over haar werk, en de vele verschillende taken die daarbij horen.

Wat tuberculose is

Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie, legt Ruth uit: “Door hoesten en niezen kunnen kleine druppeltjes vrijkomen. Als je deze inademt kun je besmet raken. Maar als je dan besmet raakt met de bacterie krijg je niet perse tuberculose. Slechts 1 op de 10 mensen die de bacterie bij zich draagt wordt ziek. Als je niet ziek bent ben je ook niet besmettelijk voor andere mensen."

Als je ziek bent geworden, kun je dat merken aan een aantal dingen, geeft Ruth aan: “Patiënten hoesten veel en ze zijn sneller moe. Vaak hebben ze gebrek aan eetlust, last van nachtzweten en ze kunnen afvallen. De ziekte is goed te behandelen maar die behandeling duurt wel 6 maanden. Dat is erg lang, dus een goede begeleiding is belangrijk.”

Intakegesprek

Ruth vertelt: “De eerste keer dat iemand gemeld wordt met TBC doen we een intake. We geven de patiënt uitleg over de ziekte en hoe de medicatie werkt. We doen die intakes overigens niet alleen bij mensen thuis, maar bijvoorbeeld ook in ziekenhuizen en asielzoekerscentra.”

De dankbaarheid van mensen is vaak groot en dat raakt me wel.

Bron- en contactonderzoek

Een andere belangrijke taak voor Ruth is bron- en contactonderzoek doen: “Als iemand besmettelijke tuberculose heeft, moet je heel goed kijken wat de contacten zijn van die persoon. Heeft iemand een gezin? Is die persoon veel op kantoor of een andere werkplek? Je moet goed inventariseren, want je wilt mensen die besmet zijn in een vroeg stadium een behandeling kunnen bieden. Daarmee voorkom je ook dat zij de ziekte aan anderen doorgeven. Bij artsen ligt het accent op de behandeling, bij doktersassistenten op de screening en bij verpleegkundigen op begeleiding van patiënten.”

Voorlichting aan patiënten en naasten

Daarom geven Ruth en haar collega’s voorlichting aan bijvoorbeeld bedrijven of scholen: “Je moet uitleg geven over TBC. Hoe werkt het? Waarom zijn bepaalde maatregelen nodig?”
Uitleggen is een groot deel van het werk. Ook aan de patiënten, geeft Ruth aan: “Je moet benadrukken dat ze beter zullen worden en dat het belangrijk is dat ze dan wel strikt de medicijnen innemen.”

Persoonlijke aanpak

Maar, benadrukt Ruth, “je kijkt daarnaast wel naar de behoefte van de patiënt. Soms ben je ook veel aan het regelen, omdat iemand bijvoorbeeld de taal niet spreekt of niet kan lezen. Of omdat die zelf niet de juiste toegang tot hulp weet te vinden. Je kijkt of thuiszorg en de huisarts al ingeschakeld zijn. Bij asielzoekers zie je bijvoorbeeld dat je ze wegwijs moet maken in heel veel dingen. Al is het soms niet je taak, voor de zorg en de genezing is de persoonlijke aanpak belangrijk.”

Praktijkvoorbeeld

Een voorbeeld uit de praktijk is een Eritrese vrouw die door Ruth werd begeleid: “Ze had een heel drukke gezinssituatie. En zij had amper de tijd om te rusten. Toen werd ze ziek. Ik kon haar helpen omdat ik haar taal sprak. Ik ben namelijk geboren in Ethiopië en ik heb roots in Eritrea. Daardoor spreek ik Amhaars en Tigrinya. Dat opent soms deuren.”

Ruth: “Deze vrouw wist niet goed waar ze het moest zoeken. Ze had een afspraak bij de longarts en wist niet hoe ze daar moest komen en hoe dat dan zou gaan. Dus ik heb voor het eerst in mijn carrière een patiënt met de auto meegenomen naar het ziekenhuis, met een speciaal mondkapje op. Het spreekuur heb ik samen met haar gedaan. Ik zat daar dus als verpleegkundige, maar eigenlijk ook als maatschappelijke hulp, en als tolk. Daar had ik heel veel werk aan. Maar het was ontzettend waardevol dat ik haar echt kon helpen.”

Grote dankbaarheid

Maar de dankbaarheid is vaak ook groot, zegt Ruth: “Ik heb wel eens gehad tijdens een follow-up-gesprek dat de tafel was gedekt met eten voor een koffieceremonie. Ze stonden erop dat ik meedeed. Zo'n ceremonie kan uren duren. Daar is geen tijd voor. Dus nam ik een slokje en een hapje en gaf ik aan dat het voldoende was. Het werk moet doorgaan. Maar de dankbaarheid van mensen raakt me wel.”