Pad tot huidige pagina

De boodschap over meisjesbesnijdenis moet in eigen taal

Meisjesbesnijdenis of vrouwelijke genitale verminking (VGV) komt nog steeds voor, ondanks dat het in Nederland bij wet verboden is. Er wordt niet veel over gesproken, ook niet binnen de gemeenschappen waar het voorkomt. De GGD maakt gebruik van sleutelpersonen om de kloof tussen deze gemeenschappen en instanties te overbruggen. Mohsen M. M. Aly is zo’n sleutelpersoon.

Meisjesbesnijdenis is een gezamenlijk probleem

Sleutelpersonen zijn hard nodig, geeft Mohsen aan, want “instanties staan namelijk soms heel ver van de mensen en de mensen heel ver van de instanties. We signaleren problemen van onze achterban, en die schakelen we door naar de GGD. Mannen komen vaak naar me toe. Ze zijn er bijvoorbeeld achter gekomen dat hun vrouw vroeger besneden is en er nu last van ondervindt. Er rust een taboe op. Er wordt niet makkelijk over de problemen gepraat. Met mij praten ze soms wel.”

Er zijn 16 vrouwelijke sleutelpersonen, die het contact met vrouwen in hun gemeenschap aangaan. Mohsen is een van de 4 mannelijke sleutelpersonen. Dat vindt hij juist belangrijk, want: “het is niet alleen een probleem voor de vrouwen. De vrouw wordt bijvoorbeeld ziek en heeft verschrikkelijke pijn en bloedingen. Als haar man wil je haar helpen, en dat kan heel moeilijk zijn. Het is een gezamenlijk probleem. Maar ze weten bijvoorbeeld niet van het spreekuur bij de GGD. Ik help dan de brug te slaan.”

Als je goed geholpen bent doet dat iets met je motivatie. Goede nazorg is eigenlijk de beste preventie.

Meer bekendheid bij zorgverleners nodig

Anderzijds ontbreekt het huisartsen soms ook aan kennis, zegt Mohsen: “Doordat er niet gesproken wordt over besnijdenis, is de dokter daar misschien niet alert op. Die zal denken aan een urineweginfectie bijvoorbeeld, en antibiotica voorschrijven. Daar los je het probleem niet mee op. Het moet meer bekend worden bij artsen en andere zorgverleners, ook binnen de GGD. Dit thema zou in hun opleiding opgenomen moeten worden. Zodat professionals ook denken: ik heb hier iemand die Egyptisch of Arabisch spreekt, en ik vermoed dat dit is wat er speelt. Dan kunnen ze contact zoeken met een sleutelpersoon om het die mensen in hun eigen taal op een cultuur-eigen manier uit te laten leggen.”

Kennis van taal en cultuur

Want, zegt Mohsen, “dit soort gesprekken kun je vaak niet in het Nederlands doen. In eigen taal komt de boodschap 100% over. In een andere taal is dat niet zo. Doordat het gevoelig ligt, is het belangrijk het gesprek met begrip te voeren. Het kan niet zo direct als met sommige andere gesprekken. Dat werkt dus het best in eigen taal. Kennis van de cultuur is daarbij ook belangrijk.”

Niet religie maar traditie

“Door research kwam ik erachter dat het niet met geloof te maken heeft, zoals iedereen denkt, maar dat het een culturele traditie is”, vervolgt Mohsen. “In Egypte, of je christelijk bent of moslim… iedereen kan met besnijdenis te maken krijgen. Dit ondanks dat het daar al enige tijd bij wet verboden is.”

Waarom meisjesbesnijdenis nog voorkomt

Waarom worden meisjes dan besneden? Mohsen: “Er wordt gedacht dat een besnijdenis reinigt. Dat als een vrouw als meisje niet besneden is, ze losbandig is. Er wordt ook schande over gesproken als je het niet doet. Je maakt later minder kans op een huwelijkspartner. Er is enorme groepsdruk. En als het gedaan is wordt het gevierd, net zoals bij een bruiloft. Met eten en muziek.”

Het heeft niet met geloof te maken, zoals iedereen denkt, maar het is een culturele traditie.

Voorlichting

De sleutelpersonen organiseren informatiebijeenkomsten. “Bijvoorbeeld om te laten weten dat er in Nederland mogelijkheden bestaan voor nazorg en hersteloperaties voor mensen die het al hebben ondergaan. Een heleboel mensen weten ook niet dat dit bestaat. Maar we geven vooral voorlichting om meer besnijdenissen te voorkomen. Dit is echt niet goed voor vrouwen. Dit is en blijft pijnlijk."

Nazorg en preventie

En, het belangrijkste, zegt Mohsen: “We denken dat als vrouwen toch besneden zijn en ze hebben daarna goede nazorg gekregen, dat de motivatie dan groter is om andere vrouwen en gezinnen te helpen. Of in ieder geval hun verhaal te delen. Je moet geen nieuwe meisjes meer gaan besnijden. Want waar ik doorheen ben gegaan? Dit mag nooit meer gebeuren! Als je goed geholpen bent en het gaat weer beter tussen jou en je partner, dan doet dat iets met je motivatie. Goede nazorg is eigenlijk de beste preventie.”

Meer informatie: