Voorlichtingsles 'Ben er voor je'
Mandy Sleijpen en Kautar Haddaoui geven samen de voorlichtingsles ‘Ben er voor je’. Dit is een interactieve les van 90 minuten voor leerlingen vanaf de vierde klas in het voortgezet onderwijs, het MBO en het HBO. Jongeren leren van Mandy en Kautar hoe zij leeftijdsgenoten kunnen steunen als zij een ervaring van seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik aan hen onthullen.
Voor de ‘Ben er voor je’ lessen werken Qpido (onderdeel van Levvel) en Stichting wij zijn M samen. Kautar is er van overtuigd dat de kracht van de les voortkomt uit deze samenwerking: ‘Vanuit mijn werk voor Qpido geef ik regelmatig voorlichting op scholen en weet ik veel over het brede vlak van seksualiteit en seksueel veilig opgroeien. Mandy deelt haar persoonlijke verhaal en ik kan daar feiten en cijfers bij geven. We zijn goed op elkaar ingespeeld en vullen elkaar aan.’ Mandy beaamt dit: ‘Kautar kan goed de groep aanspreken. Daar heb je toch een bepaald overwicht voor nodig. Dat maakt dat ik juist mijn kwetsbaarheid kan tonen. Daardoor ontstaat er een veilige sfeer en een open gesprek. De combinatie werkt gewoon super.’
Stichting wij zijn M
Mandy is directeur en oprichter van Stichting wij zijn M. Ze is opgeleid als acteur en theatermaker, maar zet zich tegenwoordig in om het taboe rond seksueel misbruik te doorbreken. In 2022 organiseerde ze een manifestatie tegen seksueel geweld op het Museumplein.
Mandy: ‘Zelf ben ik misbruikt van mijn 8ste tot mijn 14de. In het laatste jaar van mijn theateropleiding heb ik een solovoorstelling gemaakt. Hiervoor heb ik mijn eigen ervaring met misbruik in een theatraal jasje gegoten. De voorstelling raakte mensen en ik ben het vaker gaan spelen. Op aanvraag ben ik toen ook lezingen gaan geven.
Een vrouw kwam me na afloop van een lezing bedanken. Ze zei: “Ik neem mijn geheim mee het graf in, dus ik wil je bedanken dat je hier ook namens mij staat.” ‘Dat was voor mij de omslag. Ik kan goed praten over wat er gebeurd is, dus waarom zou ik niet spreken voor al die mensen die dit nog steeds meemaken, of die niet durven te praten?
De coronaperiode gaf me deze kans. Ik kon niet werken als acteur. Ik heb mijn hart gevolgd en een stichting opgericht. Over de naam heb ik lang nagedacht. Ik ben Mandy, ik ben M, maar wij zijn met zovelen. Wij zijn M. Wij zijn misbruikt, wij waren machteloos, maar we zijn meer dan dat. We zijn mooi, een mens en moedig. Je denkt als slachtoffer vaak dat het jouw schuld was. Maar dat klopt niet. Je was machteloos en je bent nog steeds heel mooi. Dat wil ik uitdragen met de stichting. Ik doe dit niet voor mezelf, het is mijn persoonlijk verhaal, maar eigenlijk is het, het verhaal van alle mensen die dit meegemaakt hebben.
Ben er voor je
Qpido benaderde Mandy via Instagram. Samen hebben ze de voorlichting ‘Ben er voor je’ bedacht. Deze les is geschikt voor jongeren vanaf 16 jaar. Kautar: ‘We geven de les zonder aanwezigheid van de docent, maar we hebben wel altijd een lijntje met de mentor of zorgcoördinator van de school. Zo kunnen we leerlingen die dat nodig hebben direct met hen in contact brengen. Qpido kan daar ook in ondersteunen.
Misbruik voorkomen is ingewikkeld. Het gebeurt vaak al op hele jonge leeftijd. Daarom hebben we het leren steunen van elkaar als doel voor deze lessen. We hopen dat jongeren die dit meemaken of meegemaakt hebben durven te praten, omdat ze zich gezien voelen. De les gaat over victim blaming voorkomen. We geven informatie over seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. We doen een oefening met grenzen aanvoelen en grenzen aangeven en we beantwoorden alle vragen die de jongeren hebben.’
Veilige sfeer
Een veilige sfeer is cruciaal voor een geslaagde les. Kautar en Mandy werken het liefst met een groep van maximaal 15 deelnemers. Veiligheid wordt aan het begin van de les expliciet benoemd. Alles blijft binnenskamers. Mandy: ‘Ik vraag aan de deelnemers om elkaar even aan te kijken. Ik leg uit dat iedereen zijn eigen verhaal heeft. Misschien heb je wel hetzelfde meegemaakt, maar weet je het niet van elkaar. Ik geef aan dat als we een vraag stellen, je er ook voor mag kiezen geen antwoord te geven. Als het je teveel wordt, loop even weg.’
Kautar: ‘De leerlingen weten dat we het over seksueel misbruik gaan hebben. Het is een zwaar onderwerp, maar we bespreken het op een luchtige manier. Daar is Mandy echt zo goed in. Dat zorgt voor openheid. Openheid is belangrijk. Ik wil dat ze weten dat je je nergens voor hoeft te schamen. Het is niet jouw schuld als je dit meemaakt. Wanneer iemand wegloopt uit de les willen we het ook niet te groot maken. Een van ons gaat door met de groep en de ander checkt even hoe het gaat.
Scholen vinden seksueel misbruik vaak wel een spannend onderwerp. Ze zijn in eerste instantie terughoudend. Sommige scholen denken misschien, het speelt hier niet zo, maar misbruik discrimineert niet. Of ze zijn juist bang dat ineens 5 leerlingen hun hand opsteken.’ Mandy: ‘Daar hoop ik juist op, want ze zitten in die klas! Het is de omgekeerde wereld. Heel veel scholen willen het eerst niet, maar als we eenmaal geweest zijn, dan willen ze het opnieuw.’
Zodra jij die onthulling doet, veranderen de gezichten.
Mandy vertelt dat ze een aantal oefeningen doen. ‘Bij een van die oefeningen beschrijven we grensoverschrijdend gedrag. We vragen aan de groep of een schouderklopje van een docent over de grens gaat. “Is het een mannelijke of vrouwelijke docent?” Wordt er dan gevraagd. “Maakt dat iets uit?” Vraag ik dan. Dat geeft al discussie. De laatste situatie die we beschrijven gaat over een opa met een kleinkind. Het kleinkind springt op schoot van opa. Opa geeft een kus op de wang. Is dat grensoverschrijdend? Nee, dat is gewoon familie, vinden de meeste. Maar wat als opa wel echt dingen doet die niet kunnen? Dan vertel ik dat dit mijn verhaal is. Dat mijn opa dit met mij deed. Op dat moment kun je een speld horen vallen.’
‘Zodra jij die onthulling doet, veranderen de gezichten’, zegt Kautar. ‘Ze reageren er allemaal zo mooi op. Meelevend, maar meestal heel voorzichtig. Soms sturen we het wel een beetje. Dan zeg ik: “Mandy staat hier. Ze wil op alles antwoord geven. Dus je mag alle vragen stellen.” En ze durven inderdaad alles te vragen.’
Mandy legt uit dat we uit onderzoek weten dat jongeren die dit meemaken het vaak als eerste aan een leeftijdsgenoot vertellen. ‘Ik heb het een vriendinnetje verteld. Uit het niets, zo voelde dat toen. Mijn ouders gingen scheiden en het ging steeds slechter. Ik weet nog dat, terwijl ik het vertelde, ik dacht: “waarom zeg ik dit nu?” Voor het eerst werd het echt. Dat vriendinnetje is toen naar een docent gestapt. Als zij toen niet zo goed had gehandeld, weet ik niet of het ooit was uitgekomen.’
Oordeel niet. Wees vooral lief en luister.
Kautar: ‘We bespreken in de lessen het dilemma waar Mandy’s vriendin destijds voor stond. Wat doe je als je weet dat je vriendin nog steeds misbruikt wordt en jij de enige bent die dit weet? Houd je je mond, omdat ze dit vraagt? Of ga je toch over haar grens heen om het bespreekbaar te maken? Er ontstaan dan mooie discussies. De een zegt: “ik zet mijn vriendschap niet op het spel, maar ik houd het wel in de gaten.” En een ander zegt: “ja sorry als ik weet dat je nog steeds misbruikt wordt, dan wil je misschien mijn vriendin niet meer zijn, maar ik kies ik ervoor om jou te helpen.” ‘Mandy kan dan vanuit haar eigen ervaring vertellen dat de keuze van haar vriendin om het tegen een docent te vertellen haar juist geholpen heeft. We laten zien wat je kan doen. Oordeel niet. Wees vooral lief en luister.’
Mandy: ‘We vragen ook aan de groep: “Waarom zou je het verzwijgen als je misbruikt wordt?” Dat kunnen ze zich vaak wel indenken. Vanwege schaamte, of angst om niet geloofd te worden. Als iemand je wel in vertrouwen neemt kun je op verschillende manieren reageren. We willen voorkomen dat het slachtoffer de schuld krijgt. Dat we gaan victim blamen. Dus vertellen we hoe je iemand kan steunen. We helpen woorden hiervoor te vinden. We leggen uit hoe het voor het slachtoffer voelt als je niet serieus wordt genomen of niet gelooft wordt. We gebruiken voorbeelden van hoe mijn familie heeft gereageerd. Mijn oma zei: “zo erg was het toch niet?” Ik vraag dan aan de leerlingen wat zij daarvan vinden.
Een zaadje planten
Aan het eind geven we leerlingen een briefje waarop ze iets moeten schrijven. Dit kan een vraag zijn of een opmerking. Vaak staat er: “bedankt voor de les.” Maar echt iedere les zijn er een aantal die iets schrijven als: “door uw verhaal voel ik me gesteund. Ik heb ook zoiets meegemaakt.” En dit zijn echt niet allemaal meiden. Al 4 of 5 jongens vroegen ons: “Ben ik de enige jongen die dit heeft meegemaakt?”
Mandy: ‘Ik denk niet dat ik destijds mijn hand zou hebben opgestoken als ik zo’n les zou hebben gekregen. Maar ik had wel gedacht: “o die vrouw is normaal. Ze is niet raar, niet vies.” Iets wat ik wel altijd van mezelf dacht. Ik denk dat het belangrijk is dat we een zaadje planten.’