Mijn ZRM
Wat is Mijn ZRM?
Mijn ZRM (Mijn Zelfredzaamheid-Matrix) is een webapplicatie, waarmee volwassen cliënten in het sociaal domein zelf hun mate van zelfredzaamheid kunnen meten. Deze zelfredzaamheid wordt gemeten op 11 belangrijke gebieden in het dagelijks leven, zoals financiën, huisvesting of lichamelijke gezondheid.Bovendien zijn per gebied vrije tekstvelden beschikbaar. Daar kan de cliënt beschrijven hoe hij/zij zelf vindt dat het gaat op dat gebied. Uiteraard wordt de privacy van de cliënten in de webapplicatie gewaarborgd; de antwoorden komen alleen terecht op een goed beveiligde server van de GGD Amsterdam.
ZRM als basis
Mijn ZRM is gebaseerd op de Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) die al langere tijd in gebruik is door hulpverleners. Mijn ZRM hanteert een zelfde indeling in domeinen en scores als de ZRM. Daarbij zijn sommige domeinnamen aangepast om de inhoud voor cliënten duidelijk te maken.
Waarom is Mijn ZRM ontwikkeld?
Vanuit de praktijk was de vraag naar een zelfrapportage-versie van de ZRM groot. De ZRM is een beoordelingsinstrument voor hulpverleners, dat onder andere gebruikt wordt om een hulpverleningsproces op te baseren. Cliënten hebben het recht om zo veel mogelijk mee te beslissen over vervolgstappen in de hulpverlening. Het gebruik van Mijn ZRM vergroot de autonomie van de cliënt in het hulpverleningsproces, want Mijn ZRM:
- laat een cliënt nadenken over zijn eigen situatie;
- bereidt een cliënt voor op een hulpverlenersgesprek;
- laat cliënt en hulpverlener dezelfde “taal” spreken;
- sluit aan bij een hulpverlening waarin de cliënt centraal staat;
- maakt visieverschillen zichtbaar tussen de cliënt en de hulpverlener die de ZRM invult;
- kan een efficiëntieslag bieden bij het invullen van de ZRM.
Mijn ZRM geen vervanging van ZRM
Toch is Mijn ZRM geen vervanging van de huidige ZRM die hulpverleners invullen. Uit onderzoek is gebleken dat cliënten voor sommige domeinen vaak tot een andere score komen dan de hulpverlener. Deze verschillen in beoordeling kunnen waardevol zijn voor het gesprek tussen cliënt en hulpverlener, omdat uitwisseling van ideeën wordt bevorderd om te kunnen komen tot gezamenlijke beslissingen.